Als je ergens in de afgelopen vier decennia de Formule 1 in Nederland volgde, dan kent je zijn stem. Het is een geluid dat net zo vertrouwd is als het gebrom van een V8-motor op zondagmiddag: autoritair, gepassioneerd, en onmiskenbaar Nederlands. Het is de stem die je door de radio toeschreeuwde, die de spanning van de laatste ronde kon verdubbelen en die de triomf van een overwinning voelbaar maakte. Het is de stem van Rob Keuls.
Maar wie is de man achter die microfoon? Het verhaal van Keuls is er niet één van een plotselinge doorbraak, maar van een langzaam smeulend vuur dat uitgroeide tot een laaiende passie. Zijn carrière begon niet in de pits of voor een camera, maar ergens achter de schermen bij de TROS-radio. Het was het tijdperk van de bandrecorders en het analoge geluid, en Keuls rolde – zoals zovalen uit die generatie – het vak in. Hij deed van alles, leerde het vak van onderop. Maar er was één liefde die alles overheerste: de autosport.
Toen de Formule 1 in de jaren 80 langzaam aan populariteit won, was het Keuls die het vacuüm vulde. Nederland had geen David Coulthard of Martin Brundle; wij hadden Rob. En wat hij misschien miste aan flitsende Engelse terminologie, maakte hij dubbel en dwars goed met een ongeëvenaarde bevlogenheid. Hij was niet zomaar een verslaggever; hij was je persoonlijke gids. Alsof je naast hem in de commentaarstoel zat, wijzend naar het scherm, terwijl hij uitlegde wat er gebeurde in een taal die iedereen begreep.

Zijn stijl was uniek. Geen droge opsomming van feiten, maar een verhaal. Je hoorde de vonken van de remmen, proefte bijna het rubber dat van de banden vloog. En dan waren er die Keulsiaanse uitspattingen. “Kijk hem eens gaan, de stoere jongen!” of een uitroep van pure verbazing die precies samenviel met wat jij thuis op de bank dacht. Het was die menselijke, bijna imperfecte aanpak die hem zo geloofwaardig maakte. Hier was geen voorgeprogrammeerde omroeper aan het woord, maar een man met een hart dat sneller klopte bij het zien van een brilante inhaalactie.
Zijn meest memorabele momenten zijn onlosmakelijk verbonden met de hoogte- en dieptepunten van onze eigen coureurs. Hij was erbij toen Max Verstappen zijn allereerste race reed, de kiem van een nieuw tijdperk. Maar hij was er ook in de tijden van Giedo van der Garde en Christijan Albers. Keuls behandelde ze allemaal met hetzelfde respect en dezelfde oprechte belangstelling, of ze nu vooraan vochten of achterin het peloton.
Wat velen niet weten, is dat de man met de stembanden van staal zelf een bescheiden en teruggetrokken persoon is. Hij is geen man van de grote feesten en de glamour van de paddock. Je zult hem niet snel op de voorpagina’s zien. Zijn podium was de radiostudio, zijn publiek de luisteraar thuis. Die nederigheid is misschien wel het geheim van zijn lange succes. Het draaide nooit om Rob, het draaide altijd om de race.
Anniko van Santen Gewicht: De Eerlijke Blik Achter de Beeldschermen
De sport veranderde, de technologie evolueerde, en het medialandschap transformeerde volledig. Toch bleef Keuls, als een anker in een woelige zee, de constante factor. Terwijl alles sneller, digitaler en globaler werd, bleef zijn commentaar een baken van herkenning.
Nu de tekenen des tijds wijzen op een langzame terugtrekking, groeit het besef: een tijdperk loopt ten einde. Er komen nieuwe stemmen, nieuwe gezichten. Maar de erfenis van Rob Keuls is onaantastbaar. Hij was meer dan een commentator; hij was de vertolker van een passie, de vertaler van snelheid, en voor velen van ons, de stem van onze zondag. Hij legde de basis voor de Formule 1-hausse in Nederland en maande een hele generatie om stil te zijn als het rood uitging. En dat is een prestatie waar geen enkele pole position tegenop kan.
Lees hier meer over dit onderwerp: Worldreader.nl