Twijfel je regelmatig of je nu ‘dichtbij’ aan elkaar moet schrijven of toch ‘dicht bij’ los van elkaar? Je bent niet de enige! Deze veelgemaakte fout komt zelfs bij gevorderde taalliefhebbers voor. In deze blog leggen we je haarfijn uit wat het verschil is tussen de twee schrijfwijzen, wanneer je welke vorm gebruikt én waarom dat eigenlijk zo is. Zo schrijf jij voortaan met (taal)zelfvertrouwen.
Wat is het verschil tussen ‘dichtbij’ en ‘dicht bij’?
Beide vormen zijn correct – maar de keuze tussen dichtbij en dicht bij hangt af van de context. Hieronder leggen we het verschil helder en concreet uit.
✅ 1. ‘Dicht bij’ – los schrijven
Gebruik je ‘dicht bij’ als er een plek of locatie genoemd wordt? Dan schrijf je het los.
🔹 Voorbeeld:
-
Ik woon dicht bij de supermarkt.
-
De school ligt dicht bij het station.
Waarom? In dit geval is ‘dicht’ een bijwoord dat hoort bij ‘bij’, dat op zijn beurt een voorzetsel is. Je zou ook kunnen zeggen:
-
Ik woon bij de supermarkt.
-
Hij zit bij het raam.
Je ziet: het voorzetsel ‘bij’ blijft betekenisvol, en ‘dicht’ specificeert de afstand.
✅ 2. ‘Dichtbij’ – aan elkaar
Gebruik je ‘dichtbij’ als er geen specifieke plaats genoemd wordt of als het optreedt als bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? Dan schrijf je het aan elkaar.
🔹 Voorbeeld:
-
Ik woon dichtbij.
-
Hij kwam dichtbij staan.
-
Iets van dichtbij bekijken.
In deze gevallen staat ‘dichtbij’ zelfstandig in de zin en verwijst het impliciet naar nabijheid, zonder een concrete locatie te benoemen.
Wat met de vergrotende en overtreffende trap?
Ook hier geldt: let op de functie van het woord in de zin.
🔸 Vergrotende trap (meer nabijheid):
-
Ik woon dichter bij mijn werk dan jij.
-
Kom eens dichterbij!
🔸 Overtreffende trap (meest nabij):
-
Hij zit het dichtst bij de uitgang.
-
Peter woont het dichtstbij.
Let op: als er geen plaats genoemd wordt, schrijf je het aan elkaar. Wordt een locatie expliciet genoemd, dan blijft het los.
Bonus: Verwante verwarrende woorden
Dit taalvraagstuk is geen uitzondering. Er zijn meer combinaties in het Nederlands waar je moet kiezen tussen aaneenschrijven of los. Bijvoorbeeld:
Aaneengeschreven | Los geschreven |
---|---|
vlakbij (Ik woon vlakbij) | vlak bij de winkel |
middenin (We zitten er middenin) | midden in de problemen |
bovenop (Hij zit er bovenop) | boven op de kast |
Ook hierbij geldt steeds dezelfde regel: bij zelfstandige betekenis = aan elkaar, bij verwijzing naar een plek = los.
Een Overtuigend Betoog Voorbeeld Schrijven? Zo Doe Je Het (Stap voor Stap)
Veelgemaakte fouten (en hoe jij ze voorkomt)
🔸 Fout: Hij woont dichtbij de kerk.
🔹 Goed: Hij woont dicht bij de kerk. (Er wordt een locatie genoemd.)
🔸 Fout: We zitten dicht bij.
🔹 Goed: We zitten dichtbij. (Er wordt geen specifieke locatie genoemd.)
Tip: Vervang ‘dicht bij’ even door enkel ‘bij’. Klinkt de zin nog steeds logisch? Dan is ‘dicht bij’ juist.
Handige ezelsbrug: De ‘plek’-check
Vraag jezelf af: Noem ik een plek in de zin?
✔️ Ja? ➝ Schrijf ‘dicht bij’ los.
❌ Nee? ➝ Schrijf ‘dichtbij’ aan elkaar.
Waarom dit belangrijk is voor jouw schrijfkwaliteit
Correct taalgebruik is niet alleen een kwestie van regels volgen. Het zorgt voor professionele uitstraling, duidelijkheid voor je lezer én het voorkomt afleiding door twijfelachtige formuleringen. Of je nu een blog schrijft, een e-mail opstelt of een sollicitatiebrief – met deze kennis schrijf je sterker.
Conclusie: Dichtbij of dicht bij? Jij weet het voortaan!
Kort samengevat:
Situatie | Juiste vorm |
---|---|
Je noemt een plek | dicht bij |
Geen plek genoemd | dichtbij |
Vergrotende trap met plek | dichter bij |
Vergrotende trap zonder plek | dichterbij |
Overtreffende trap met plek | het dichtst bij |
Overtreffende trap zonder plek | het dichtstbij |
Door deze regels toe te passen, maak je nooit meer een fout met deze lastige taalconstructie. En dat is dan weer… lekker dichtbij foutloos schrijven!
Lees hier meer over dit onderwerp: Worldreader.nl